Wij willen de heggenrankbij terug in het IJsseldal. En dat gaan we ook doen!
Heggenrankbij neemt in aantal af
De heggenrankbij is een prachtig bijtje. Voor stuifmeel is ze geheel afhankelijk van heggenrank*. Ook nectar wordt vooral op deze plant verzameld. Eerder kwam ze vaker voor rond de IJssel, tussen Deventer en Zwolle. Nu sporadisch. Grootste reden voor haar verdwijnen is de afname van goed leefgebied voor haar, en om precies te zijn, de afname van het aantal heggenranken in de omgeving.
Minder is niet beter
Dat de heggenrankbij (wetenschappelijke naam: Andrena florea) nauwelijks meer voorkomt in de band tussen Deventer en Zwolle, maakt de hele populatie heggenrankbij kwetsbaarder. Hoe minder groepen heggenrankbijen er zijn, hoe minder goed matchende partners de bijen vinden om gezonde nakomelingen te krijgen. En dat is nu net niet wat we kunnen gebruiken! Het aantal vliegende insecten is al minder dan een kwart van wat het in de jaren negentig nog was. En we zijn van deze vliegende vrienden afhankelijk, wat betreft bestuiving van ons fruit en groente. Dus tijd voor een reddingsactie!
Dus we komen in actie
Samen met Rolf Schuttenhelm zette Hoopheggen (geco-financierd door Natuurhuisje) een project op om lokale heggenranken te kweken en te planten. Rolf verzamelde bij volwassen heggenranken in de nabije omgeving zaad van de Heggenrank. Dit wordt nu opgekweekt door Kwekerij Planten van Hier. Dit najaar kunnen we vermoedelijk de planten al een plek gaan geven in de vele heggen die we in de band van Deventer en Zwolle hebben geplant en die al stevig genoeg zijn om uiteindelijk de heggenrank te kunnen dragen.
De bij neemt zijn collega’s mee
We monitoren dit project dus, we laten weten wanneer het eerste heggenrankbijtje gesignaleerd is. Met de heggenrankbij komen misschien ook de heggenrankknopgalmug, het heggenranklieveheersbeestje, gedoornde slakkenhuisbij of het variabel elfje ook nog even bij de heg buurten? Overvloed dus!
*De heggenrank (wetenschappelijke naam: Bryónia dióica) is een prachtige inheemse klimplant. De mannelijke bloemen zijn dubbel zo groot als de vrouwelijke bloemen. Zij ontvangen dan ook gewoonlijk allereerst bezoek van insecten. In de bloemen wordt nectar geproduceerd. De vrouwelijke bloemen vallen door de groenachtige kleur niet echt op, maar daar heeft de natuur weer een trucje op gevonden: ze geuren en daardoor weten de insecten ze toch wel te vinden!
Afbeelding: Malcolm Riddler