Hoe ver vliegt een sluipwesp om een witte vlieg op te peuzelen? En hoe ver vliegt een lieveheersbeestje om trips uit de spruitjes te snoepen?
We planten veel heggen bij boeren. Melkveehouders èn akkerbouwers. Beiden planten ze voor biodiversiteit, maar ook om hun oogst veilig te stellen in de toekomst. Voor onze akkerbouwers kijken we naar de plagen (bijvoorbeeld trips, witte vlieg of slakken) en hun natuurlijke vijanden. Die natuurlijke vijanden hebben heel wat aan een heg. Het is er veilig en luw, het biedt voedsel en beschutting. En daarom planten we ze!
Insecten, kleine zoogdieren, amfibieën en vogels maken deel uit van de oplossing voor je plagen. Toch houden ze niet allemaal van grote reizen, dus welke afstanden mag je maximaal hebben? Of ga je voor een aaneensluitend groene heggenrand, zodat dat verplaatsen gewoon onder de heg kan? Hoe ver durft een plaagbestrijder uit de luwte van de heg te komen op zoek naar eten?
Reisafstanden insecten
Hoe ver insecten vanuit een heg vliegen, hangt sterk af van het type insect, hun gedrag en de omgeving. Hier zijn enkele algemene richtlijnen:
• Bijen en hommels: Deze bestuivers kunnen vrij ver vliegen, soms tot wel 5 kilometer, hoewel ze meestal binnen een paar honderd meter van hun nest blijven, als er voldoende voedselbronnen beschikbaar zijn.
• Vlinders: De afstand die vlinders afleggen varieert sterk per soort. Sommige soorten blijven binnen een beperkt gebied, terwijl andere, zoals de monarchvlinder, duizenden kilometers migreren.
• Vliegen en muggen, lieveheersbeestjes en andere kevers kunnen honderden meters vliegen op zoek naar voedsel of een geschikte plek om te overwinteren.
Reisfactoren
Factoren die van invloed kunnen zijn op de afstand die insecten vliegen, zijn onder andere:
• Beschikbaarheid van voedsel: Als er veel voedsel dicht bij de haag beschikbaar is, zullen insecten minder geneigd zijn ver te vliegen.
• Schuilplaatsen en nestlocaties: Insecten blijven vaak in de buurt van veilige schuilplaatsen of geschikte nestlocaties.
• Weersomstandigheden: Wind, regen en temperatuur kunnen invloed hebben op de vliegcapaciteit en -afstand van insecten.
• Predatie: De aanwezigheid van roofdieren kan insecten ertoe aanzetten verder te vliegen om gevaar te vermijden.
Honkvaste zoogdieren
De kleine zoogdieren (die je vooral voor bijvoorbeeld de slakken nodig hebt) zijn het minst dapper. Muizen lopen, over het algemeen, liever niet verder dan 10 meter uit de beschutting van een heg. Egels zijn dapperder en kunnen eenvoudig tientallen meters in openheid bewegen. Padden blijven graag dichtbij de heg of struweel, enkel tijdens de voortplantingsperiode maken die meters.
Vogels zijn het meest mobiel. Die komen vanzelf wel zitten in een heg, wanneer er genoeg voedsel in de heg zit. Dus bes en bloei laten dragen die heg! Af en toe een boom in de heg, helpt hen enorm. Net als de vleermuizen, trouwens.
Duurzaam landschap is 10% extensief groen
In het algemeen varieert de vliegafstand of kruipafstand van de dieren dus sterk, maar voor de meeste soorten die je gewas moeten beschermen zal dit meestal binnen een straal van honderd meter van hun oorspronkelijke locatie in de haag zijn. Dat strookt met de studies* waaruit naar voren komt dat voor een duurzaam landschap minimaal 10% extensief groen moet bevatten. Plekken waar de bodem rust krijgt, koolstof kan worden opgeslagen, vocht vast gehouden kan worden en biodiversiteit zich kan herstellen.
* ‘Duurzame financiering van het landschap’ (KPMG, 2010). Europese Biodiversiteitsstrategie, Europese Commissie, 2020)